Gyokucho Seiun Saku Ryoba Japanse trekzaag met een bladlengte van 240 mm. Tweezijdige Japanse zagen (Ryoba Noko Giri) zijn onderdeel van de basiscollectie van Japanse houtbewerkers. De ene zijde is geschikt voor afkorten, de andere zijde voor schulpen. O.a. geschikt voor algemeen hout zoals planken en spanten, gelamineerd hout, MDF-plaat, bamboe en houtcomposiet.

De crosscut tanden zijn opgesteld in twee rijen. De randen zijn puntig en scherp. Crosscut tanden snijden door het hout. Het is ook mogelijk om met crosscut tanden diagonaal te zagen. Het is niet mogelijk om met crosscut zagen netjes te schulpen; de scherpe tanden snijden de houtvezels in te kleine stukken.

Rip cut tanden verschillen van crosscut tanden. Rip zagen kunnen wel voor afkorten gebruikt worden, maar geven geen vloeiende zaagsnede. Het snijvlak van rip cut tanden is vlak en werkt als een beitel. Het hakt de bovenzijde van het hout af. Dat betekent dat er zich meer zaagsel vormt. Om vastlopen te voorkomen zijn rip cut tanden groter dan crosscut tanden. Het wordt bij deze grotere tanden moeilijker om kracht te zetten. Door de tanden bij het handvat kleiner te maken dan de tanden bij het uiteinde, kan er toch gelijke druk op de tanden worden uitgeoefend. Deze manier van vertanden ziet men vaak bij de rip zijde van Ryoba zagen.

De tanden staan niet op gelijke hoogte van elkaar. Gyokucho gebruikte voor deze zaag een 'Hijirime' techniek, waarbij er kleine variaties zijn in de hoogte van de tanden. De lagere tanden zagen niet, maar zorgen voor een goede afvoer van houtzaagsel en zaagstof. Door het gebruik van deze techniek beweegt de zaag moeiteloos door het materiaal. De tanden zijn bovendien licht gezet, wat ervoor zorgt dat de zaag niet vastloopt.

Deze gezette tanden hebben een korte hittebehandeling ondergaan. Gedurende 0,003-0,005 seconden zijn de tanden blootgesteld aan een elektrische schok van 27.12 MHz. Dit creëert een oppervlaktehardheid van Hv 900~1200, terwijl de binnenzijde van de tand flexibel blijft.